5 mei 2011

RAI-directeur Hans Bakker waarschuwt: 'er dreigt groot gevaar'

Door Sjoerd Weikamp
AMSTERDAM CONGRESLOCATIE - Hans Bakker werd op event 11 uitgeroepen tot de nummer twee van meest invloedrijke personen in de eventbranche van 2010. Bij het in ontvangst nemen van zijn prijs waarschuwde Bakker voor groot gevaar...

Hans Bakker: er dreigt groot gevaar - foto Jurgen Pillen

De directeur van de Amsterdam RAI vindt dat zijn evenementen-, beurs- en congreslocatie het goed doet: ‘Internationaal doen we het heel erg goed. Niet alleen de RAI, maar ook de toeleveranciers. Maar er dreigt groot gevaar, want de overheid gaat flink korten op het NBTC en dat is een hele grote bedreiging voor alle bedrijven in Nederland die zich op de internationale event- en congresmarkt bewegen’

10,8 miljoen minder
Inmiddels is duidelijk geworden dat de overheid in vier jaar tijd de rijksbijdrage met 65 procent wil verminderen. Minder geld dus om Nederland als toeristische maar ook als zakelijke bestemming te promoten. 'Laat toerisme niet doodbloeien', is de actieslogan van het NBTC. Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen heeft een speciale actiesite in het leven geroepen om een tegengeluid te laten horen. Daarop ook alle gevolgen volgens het NBTC op een rij:

• In 2015 is maar liefst 10,8 miljoen euro minder rijksgeld beschikbaar om Nederland op de kaart te zetten.

• Hierdoor loopt Nederland mogelijk zo’n 1,9 miljoen buitenlandse toeristen mis. En hiermee ruim 770 miljoen euro aan bestedingen (excl. inflatie) en zo’n 14.000 banen.

• Het bedrijfsleven draagt op dit moment al substantieel bij aan Holland-promotie: 44% van het jaarbudget.

• De internationale marketing van het toeristisch product Nederland raakt gefragmenteerd. Want we kunnen immers onvoldoende gecoördineerd onder één Holland-vlag naar buiten.

• De verantwoordelijkheid voor de positionering en promotie van de bestemming Nederland verschuift naar individuele (MKB-)ondernemers. Het NBTC vindt dat oneigenlijk en onwenselijk.

• De kracht van publiekprivate samenwerking en daarmee de bundeling van budgetten en de collectieve slagkracht gaan verloren.

• Het wordt ‘ieder voor zich’ en ‘niemand voor ons allen’.

• De bezuiniging werkt oneerlijke concurrentie in hand: overheden in andere landen investeren wel substantieel in bestemmingspromotie. Zo ontstaat een ongelijk ‘speelveld’.

• Nederland wordt minder zichtbaar ten opzichte van concurrerende bestemmingen.

• Toerisme biedt volop kansen, die we zonder rijksbijdrage onvoldoende kunnen benutten.

• Nederland moet kansen laten liggen in opkomende reismarkten én in huidige volumemarkten.

• Op middellange termijn verliest Nederland aan marktaandeel (bezoekers) ten opzichte van andere bestemmingen: Terwijl onze concurrenten wél profiteren van een grotere, groeiende taart, ziet Nederland zijn stuk steeds kleiner worden.