14 januari 2013

Koninklijke Horeca Nederland: geen effectieve concurrentie op bier

Door Sjoerd Weikamp

Rubrieken

EVENEMENTENLOCATIE - Interessant onderzoek dat via KHN naar buiten is gekomen: er is geen sprake van effectieve concurrentie. Wellicht interessant voor evenementenlocaties. EventBranche.nl is benieuwd of locatiehouders deze kritiek delen en/of herkennen. Discussiëren kan onder dit bericht.

SEO Economisch Onderzoek (SEO) analyseerde recentelijk, onder leiding van prof. dr. Barbara Baarsma, op basis van onder meer twee EIM-rapporten, de mededingingseconomische aspecten van de horecabiermarkt in Nederland. Belangrijkste conclusie: er is geen sprake van effectieve concurrentie. Brouwerijen binden caféhouders op zoveel mogelijk manieren: door binding betalen ondernemers een hogere inkoopprijs met een lager rendement tot gevolg. Ook houden de brouwerijen overcapaciteit bewust in stand. Banken en andere financiers willen daardoor geen horeca financieren met een grotere afhankelijkheid van brouwerijen tot gevolg.

Volgens SEO kan de markt alleen effectiever werken als er concurrentie op de tap ontstaat. Dit is alleen mogelijk als exclusieve afnamebedingen in de overeenkomsten tussen brouwerijen en horecaondernemers verdwijnen en ondernemers vrij kunnen kiezen uit producten en diensten van verschillende brouwerijen.

Mededingingseconomische analyse van onderzoeksbureau SEO: 'Naar concurrentie op de tap'. De belangrijkste bevindingen:

 De concurrentie tussen horecaondernemers wordt beperkt door een breed scala aan overeenkomsten tussen brouwerijen en horecaondernemers voor verschillende diensten (o.a. lening, pand, bruikleen), die worden gecombineerd met een exclusieve afnameverplichting en leiden tot een sterke binding van de horecaondernemers aan de brouwerijen;

 De hogere inkoopprijzen die het gevolg zijn van de binding, in combinatie met de prijsdruk vanwege de overcapaciteit aan horecagelegenheden die brouwerijen mede in stand houden, leiden ertoe dat de marges van horecaondernemingen onder druk staan. Door de lage marges zijn banken op hun beurt weer minder geneigd om de horecasector te financieren en zijn horecaondernemingen daardoor juist weer meer afhankelijk van brouwerijen;

 Volgens SEO is er alle aanleiding voor de NMa om de door Heineken gehanteerde overeenkomsten opnieuw te beoordelen in het licht van de huidige marktomstandigheden en bevindingen zoals vastgesteld in het SEO onderzoek en de EIM-rapporten. Ook zou de NMa moeten beoordelen of de andere drie grote brouwerijen (Grolsch, Bavaria en AB Inbev) niet ten onrechte gebruik maken van de Europese Groepsvrijstelling voor verticale overeenkomsten;

KHN wil een concurrerende en transparante horecabiermarkt
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) constateert al enige jaren een gebrek aan concurrentie en beweging op de horecabiermarkt in Nederland. De afgelopen 14 maanden voerde onderzoeksbureau EIM in opdracht van het bedrijfschap voor Horeca en Catering, en op initiatief van KHN, twee onafhankelijke onderzoeken uit. Een onderzoek naar rendementsverklarende factoren voor drankverstrekkende bedrijven in de horeca dat heeft geresulteerd in het rapport 'Rendement en Relatie'. En een onderzoek naar feitelijk overstapgedrag door cafés met kelder- of fustbier in de periode 2006-2012 dat resulteerde in het rapport 'Overstapgedrag in de horecabiermarkt en motieven om dat wel of niet te doen'.

De drie rapporten maken ieder op zichzelf en integraal duidelijk dat de horecabiermarkt op slot zit en niet concurrerend is. De horeca in Nederland is in de greep van 4 grote brouwerijen die werken met vergelijkbare sets van contracten. De strategie van brouwerijen richt zich erop om ondernemers een afnamebeding op te leggen via zoveel mogelijk contracten en relaties (financieringsovereenkomsten, bruikleenovereenkomsten, huurovereenkomsten, borgstellingovereenkomsten). Doel: borgen van zoveel mogelijk 'vaste' afzetpunten voor bier. En de totale binding neemt vandaag de dag nog steeds toe.

Een volgens KHN onhoudbare situatie, in strijd met de mededingingsregels, waar verandering in moet komen. KHN heeft een eenduidig doel voor ogen: een concurrerende en transparante horecabiermarkt in Nederland. Dat komt uiteindelijk, en vooral ook, de consument ten goede.

KHN heeft de NMa opgeroepen om maatregelen te nemen
Bij de presentatie van het tweede EIM-rapport over het overstapgedrag in augustus van dit jaar heeft KHN de NMa opgeroepen om als marktmeester te fungeren en maatregelen te nemen. Ook het eerste rapport van het EIM in november 2011 is aan de NMa toegezonden. De voorgaande minister van Economische Zaken heeft in een brief van 5 december 2011 aan de Tweede Kamer ook gewezen op de rol van de NMa. KHN moet constateren dat er ruim 14 maanden na de publicatie van het eerste EIM-rapport door de NMa geen formele stappen zijn genomen.

Belangrijkste bevindingen eerste onderzoek:

'Rendement en Relatie'
 75% van de cafés is gebonden aan een bierbrouwerij;
 Een op de zes panden is eigendom van de bierbrouwerijen;
 11% van de horecabedrijven heeft een geldlening en/of borgstelling van de bierbrouwerij;
 Hoe groter de binding met de bierbrouwerij, hoe minder de nettowinst;
 Vooral (pand)gebonden ondernemers profiteren niet van hogere hectoliterkortingen, terwijl er wel een afnameverplichting is;
 Hoe groter de binding met de bierbrouwerij is, hoe ongelukkiger de ondernemer zich voelt;
 De bierinkoopprijs voor ondernemers is tot twee keer hoger dan de verkoopprijs voor consumenten in de supermarkt.

Belangrijkste bevindingen tweede rapport:
'Overstapgedrag in de horecabiermarkt en motieven om dat wel of niet te doen'
 In de periode 2006-april 2012 stapte slechts 14,8% van alle ondernemers over naar een andere brouwerij; per jaar stapt gemiddeld slechts 2,4% van de cafés daadwerkelijk over naar een andere brouwerij. Voor cafés met kelderbier is dat slechts1,4%! en bij cafés met fustbier 2,8%;
 Het overstapgedrag hangt sterk af van de mate van gebondenheid aan de brouwerij. Ongebonden cafés stappen het meest over en pandgebonden cafés stappen totaal niet over;
 Als cafés overstappen dan is in 5 van de 7 gevallen sprake van een toename van de binding;
 De belangrijkste belemmering om over te stappen vormen de contracten met de brouwerijen. Daarbij gaat het vooral om de huurcontracten en financieringscontracten.