
De HSMAI was als initiatiefnemer erg tevreden met onder andere de hoge opkomst en de enthousiaste deelname aan de groepsdiscussie. Hans Poortvliet, Managing Director HSMAI: 'De aanwezigheid van meer dan 250 executives uit evenveel organisaties uit hospitality, retail en toerisme bewijst dat de interesse voor de samenhang tussen de sectoren en daarmee wens tot meer samenwerken er absoluut is.'
Kansen laten liggen
Met name de open sessie in het tweede gedeelte na de pauze leverde een levendige discussie op. Onder leiding van dagvoorzitter Ad Bastiaanse en gastsprekers Michael Levie (CEO bij de succesvolle hotelketen citizenM) en Peter Verveen (voorzitter Vedis: het kennisplatform voor de Retail) kregen de aanwezigen een aantal prikkelende stellingen voor de voeten geworpen. Hieruit bleek al snel dat een overgrote meerderheid vond dat iedereen kansen laat liggen op het gebied van kruisbestuiving en leren van andere branches.
Er kwamen vragen aan bod als “Wie heeft er het afgelopen jaar wel eens met een eigen shift op de werkvloer meegedaan?” ,volgens Levie beantwoorde gelukkig meer dan de helft deze vraag met een ja. Maar ook: “Wat doen we met het groeiende online gedrag zoals gebruik van Facebook? Zelfs onder het eten heeft men soms tegenwoordig alleen maar aandacht voor de smartphone…” Hierop was de reactie; “Gasten moeten toch ook zichzelf kunnen zijn in de omgeving van hospitality, als ze samen naar een eigen telefoon willen kijken moet dat kunnen. Wel zou de hospitality hier misschien op in kunnen spelen door verschillende ruimtes te creëren en de gast keuzemogelijkheid bieden; in één ruimte het gebruik van mobiele telefoon stimuleren, in andere ruimte dit ontmoedigen.”
Versnipperd?
Een andere stelling was; “Er wordt in Nederland te versnipperd en vooral vanuit het eigenbelang geopereerd” Hier was bijna 80% van het publiek het mee eens. Volgens Vranken (NBTC) kijken we te snel wat niet kan in plaats van wel. “Ik kijk dan bijvoorbeeld naar gezamenlijke stedenpromoties zoals KLM, Eaysyjet en Ryannair dat oppakken. Dit omdat zij zich realiseren dat stedenpromotie voor alle partijen belangrijk is en daarom is het goed om hier naar te kijken en samen te werken op het totaalplaatje maar concurreren op de eigen business”. Volgens Michael Levie is Aruba een ander goed voorbeeld, omdat ze daar eerst samen naar buiten treden en pas later kijken waar de toerist heen wil, zo doet het eiland het beter dan vergelijkbare destinaties.
Tessel Elverding, Business development manager bij de Bijenkorf was het hier gedeeltelijk mee eens. De organisatie is sinds kort begonnen om ook de internationale toerist meer in de picture te krijgen. Maar wel door duidelijk te focussen op doelgroepen. Zij gaf als voorbeeld de marktbenadering van Brazilië. “We kennen inmiddels een aantal belangrijke doelgroepen van buiten Europa en werken ook veel met hotels samen; groot en klein. Voor ons was de belangrijkste les om in doelgroep te denken. De Russische toerist heeft heel andere behoeften dan een toerist uit China. Wat ons betreft dus niet alleen door standaard Nederlandse cultuureigenschappen te promoten!” Dit werd ook beaamd door Jos Vranken. “De tulp, klompen en molens komen nog maar heel sporadisch voor” verklaarde Vranken, met name Duitsers tonen hier nauwelijks meer interesse in.
Volgens de meeste aanwezigen moet er niet op de politiek of overheid gewacht worden maar zelf vaker het initiatief nemen om met meerdere verschillende partijen om de tafel te gaan. Vanuit de hotellerie werd dit inderdaad bevestigd “We hebben in Amsterdam nog nooit een bijeenkomst gehad met bijvoorbeeld warenhuizen, musea, theaters, rederijen en hotels. Het NBTC werkt zelf volop aan de ontwikkeling van meerdere samenwerkingsstrategieën. Op congresgebied heeft dit er mede toe geleid dat Nederland congresland nu weer 9de in de top 10 van congreslanden staat.
Gastvrijheidsdoelen
De laatste stelling van de dag was “Ik kan benoemen welke gastvrijheidsdoelen mijn organisatie tussen nu en volgend jaar gaat realiseren” Bijna 70 procent van de aanwezigen gaf aan dit te kunnen doen. Degene die dit niet deden gaven aan dat gastvrijheid te dynamisch is om in cijfers uit te drukken en er continu weer nieuwe doelstellingen bij komen. Een andere vraag was “Hoe meet je dit?” Vooral de nieuwere reviewdasboards kwamen hierbij goed naar voren. Hier wordt gekeken naar reacties van gasten op internet en social media en geven een goed en geautomatiseerd beeld van de gastbeleving.
HSMAI Voorzitter Marja van Rijn stelde na afloop tevreden vast dat “de noodzaak om daadwerkelijk met elkaar een totale Holland Hospitality Experience te realiseren, langzamerhand bij iedereen begint door te dringen”